
Avonturenklassen
Gepost op 11 februari 2019.
Juf Sophie, co-teacher in de 2de en 3de kleuterklas van Lutgardisschool in Etterbeek, schreef voor ons een stukje over een onvergetelijke maand januari met een zorg-tweedaagse aan de zee en avonturenklassen in Durbuy.
Januari is een van mijn lievelingsmaanden. Ook al heb ik er misschien wel twaalf, maar bon. U vraagt zich als leerkracht nu vast en zeker af: ‘Januari?! Lievelingsmaand?! Terwijl iedereen binnen onze scholen neervalt als vliegen door het uit de hand gelopen dansfeest dat bacteriën en virussen op onze lijven vieren?!’ Ja, klopt, dié januari. Want er zijn ook heel wat succeservaringen te vieren!
Ons zorgteam en ik gingen in januari naar de zorg-tweedaagse aan zee. DRIEHONDERDVEERTIG leerkrachten in één hotel, als je denkt dat de kleuterklas een broedplaats is voor bacteriën en virussen, ben je nog nooit naar een evenement zoals dit geweest. Vermits ik als leerkracht over een gezonde dosis empathie beschik, nam ik niet enkel kennis en ervaring mee naar school, maar ook zo’n zeehondenhoestje. Elegantie ten top!
Dit congres, de zorg-tweedaagse, is het equivalent van een festival voor een 16-jarige. Je blijft er slapen en je gaat naar workshops van mensen, waarbij je (ik) ze aanstaart wegens onuitputtelijk veel respect voor hetgeen ze in een micro vertellen. Het wordt echter niet sociaal aanvaard dat je daar blikjes bier drinkt, dus drinken wij koffie. Uniform, sociaal aanvaard, punt.
Ik was daar, al hoestend, aanwezig bij een workshop aan ’t zeetje. Er was een spreker die me erg fascineerde. Die zeer gewaardeerde en in zijn vak bejubelde manspersoon kwam ons vertellen over ‘warmte en duidelijkheid’ in de klas. Toen ik naar hem luisterde en er vervolgens een paar dagen over reflecteerde, voelde ik een lichte teleurstelling in mezelf. Ik bied ‘mijn’ minimensen gewoon niet genoeg duidelijkheid. En geen duidelijkheid bieden doen we eigenlijk vaak. Niet gewoon af en toe hier en daar, maar vaak. Iets wat voor ons dus duidelijk lijkt, is het misschien niet voor hen? Sociale regels zijn over het algemeen wel wat vaag… Dus ging ik wat meer op het niveau van de kinderen denken. Gek hé, hoe je dat soms verliest?
Fons, zo heet de spreker, vertelde ons dat er in een crisissituatie altijd drie partijen zijn. Het kind in kwestie, ik als leerkracht en de rest van de groep. Wanneer een kind bijvoorbeeld in een vlaag van woede zijn speelgoed op de grond gooit, reageren wij vaak vanuit het eerste gevoel: ‘DAT DOE JE NIET, RAAP HET OP, NU!’. Daarna gaan we een (meestal beladen) gesprek aan met het kind en leggen we uit dat dit gedrag niet kan. Zo kan ik me tientallen gelijkaardige situaties inbeelden. Wij allemaal, toch?! Laat me hier niet in de kou, collega’s!
Fons vertelde dat van die drie partijen je eerst de focus op jezelf als leerkracht moet blijven leggen: tel tot drie, geef geen reactie en blijf in balans. Focus twee is de klasgroep, maar ook hier is er de gepaste wijze voor: ‘Billy en Andries, ik zie dat jullie rustig verder werken. Fijn, doe zo verder!’ Positieve aanmoediging en enkel dat. Laat hen voelen dat je appreciatie hebt voor hun gedrag. “Wanneer je je sinds het begin van het schooljaar hebt ingezet op warmte en duidelijkheid binnen de klasgroep, ruimt de speelgoedgooier dat speelgoed uit zichzelf op”, vertelde Fons. “Pas buiten de onderwijstijd ga je een gesprek aan met dit kind”. Ik bedacht dat dit mooie woorden zijn, maar ik vroeg me af hoe het zit met de haalbaarheid in onze groepen. Wel, het is ook mogelijk wanneer er voldoende verbondenheid en vertrouwen is. Dit mocht ik ervaren op het volgende tripje in de loop van de maand.
Januari was niet enkel een prachtige maand omwille van het blije weerzien met de kinderen na de kerstvakantie, ook niet enkel om de boeiende zorg-tweedaagse, maar zeker en vast om de avonturenklassen. Vijf dagen weg met 46 van onze kanjers uit het 5e en het 6e leerjaar. Er was een heerlijke verbondenheid met elkaar, we moesten vaak op elkaar vertrouwen tijdens de activiteiten. Zo kropen we in een grot, niet meteen mijn lievelingsactiviteit (‘Nee, ik denk dat hier geen vleermuizen zitten, oké’?!). Ik was eerlijk en authentiek met de kinderen, vertelde ze hoe ik me voelde bij het idee om in een veel te kleine ruimte te kruipen met - naar mijn gevoel - minstens driehonderd andere mensen. Met volle angst vooruit, maar dan wel samen. Het mag ook eens omgekeerd zijn met dat hele handje vasthouden en zo, wij laten elkaar niet achter, da’s de regel. Klaar.
We werden in Durbuy verwend met een dik pak sneeuw. Ik kan je vertellen, lezers van deze blog, dat dit hetzelfde effect op de kinderen had als bij de kakazuigmachine (zie voorgaande blog). We lagen samen te rollen in de sneeuw, duwden elkaar van iedere heuvel die we konden vinden, kenden geen grenzen in het gooien van sneeuw, lagen uitgeput naast elkaar in de sneeuw, maakten sneeuwengelen… Het effect van sneeuw op kinderen blijft iets magisch. Het effect van sneeuw op ons team blijkbaar ook.
Wanneer het sneeuwt, val je namelijk uit je rol als ‘volwassene’. Dan is het niet meer juf Sophie en kind X, maar sneeuwbalgooister nummer één en nummer twee. Zes leerkrachten, zesenveertig kinders, tweeënvijftig onbevangen mensen rond stuiterend in de sneeuw. Er was geen plek waar ik liever had willen zijn. Behalve toen we gingen langlaufen, dat moest niet per sé. Kort applaus voor mezelf om mijn benen niet te breken.
We gingen op zoek *gebruikt haar mysterieuze stem* naar everzwijnen in het everzwijnenbos. De monitor vertelde de kinderen dat wanneer ze een everzwijn zagen, ze zo snel mogelijk muisstil op de grond moesten gaan liggen. Dit werd natuurlijk uitgebreid ingeoefend door de monitor, de kinderen en mezelf. Ik bedoel maar, EVERZWIJNEN IN HET EVERZWIJNENBOS DUS HE! De kiddo’s en ik hadden een goede work-out. Het jammere is dat er in geen triljoen jaar nog een everzwijn gespot was in dit everzwijnenbos. Mijn collega’s hebben dus goed gelachen, al wandelend achteraan dit tafereel.
Zo’n week in de woeste wildernis die België ons te bieden heeft, is van onschatbare waarde. De verbondenheid tussen leerkrachten en leerlingen is zelfs wat magisch. We hebben zo genoten van de tijd die we samen hadden. Het woord ‘dankbaar’ om de tijd die we samen hadden, zou ongepast zijn. Ik ben graag zorg-juf, ik ben graag kleuterjuf, ik ben graag avonturenklassen-juf, ik ben graag mens.